Presentatievormen
De posterpresentatie
Bron: Van Wijk, R., Hendrickx, S. & Van Pappelendam, L. (z.d.). Practicum Academische vaardigheden: posterpresentatie. Geraadpleegd op 23 november 2017 van http://practicumav.nl/presenteren/poster.html
Een posterpresentatie is een manier van presenteren van wetenschappelijk onderzoek. Naast een beknopte schriftelijke beschrijving van het onderzoek wordt een poster ook mondeling toegelicht. Het is dus een combinatie van een mondelinge en een schriftelijke presentatie.
Vaak worden posterpresentaties gegeven tijdens wetenschappelijke congressen. Dit omdat er op congressen te veel onderzoekers zijn om allemaal een mondelinge presentatie te kunnen geven binnen de tijdsduur van het congres. Het voordeel van posters is namelijk dat er een groot aantal tegelijk tentoongesteld en gepresenteerd kan worden. Met behulp van een (digitaal) abstractboek, waarin een korte beschrijving van alle posters staat, kan men van te voren bepalen welke posters men wil bezichtigen. Tijdens de posterpresentatie leidt de onderzoeker dan een kleine groep geïnteresseerden mondeling door de inhoud van de poster. Het leuke aan posterpresentaties is dat het de gelegenheid biedt tot persoonlijke en informele interactie over het onderzoek. Omdat je niet de enige bent met een poster is het dus van belang dat je de aandacht van het publiek trekt. Dit zal alleen lukken als de poster inhoudelijk interessant en visueel aantrekkelijk is. Het moet eigenlijk een visitekaartje of reclame voor je onderzoek zijn.
Vormgeving
Voor het maken van een effectieve poster geldt een aantal richtlijnen. De poster moet de aandacht van het publiek vangen. Daarnaast moet het onderwerp en het doel snel duidelijk zijn voor het publiek. Dit kan bereikt worden door een duidelijke titel en ondersteunende figuren. De specifieke secties moeten makkelijk op de poster te vinden zijn. Meestal zal het publiek in eerste instantie het doel van het onderzoek en de resultaten lezen en daarna eventueel de rest van de poster. Anderen zullen de poster van het begin tot het einde lezen. Vanwege de verschillende manieren waarop de poster gelezen kan worden, heeft een effectieve poster duidelijke secties. Tenslotte moeten de verschillende onderdelen van de poster zo georganiseerd zijn dat ze snel gelezen kunnen worden. De poster moet dus geen lange blokken tekst en lange zinnen bevatten; de tekst wordt idealiter puntsgewijs weergegeven of vervangen door figuren zoals grafieken, foto's en schematische weergaven.
Om een poster overzichtelijk te krijgen zijn er een aantal basisprincipes wat betreft de vormgeving. Zie de figuur hieronder voor een illustratie van deze principes.

Voorbeeld van de opmaak van een poster. Een voorbeeld van een kolom-format (van boven naar beneden en van links naar rechts) waarbij gebruik is gemaakt van verschillende lettergroottes en kopjes; de tekst is makkelijk leesbaar en de opmaak leidt naar de belangrijke onderdelen van de poster.
Lettertype en grootte
Om een poster goed te kunnen lezen is het belangrijk dat de tekst voldoende groot is en een strak lettertype zonder schreef gebruikt wordt, zoals Arial. Je kunt de lettergrootte ook variëren om de lezer naar de belangrijke delen van je poster te leiden. Gebruik een lettergrootte van tenminste 28 punts in de tekst, 40 punts voor de kopjes en 72 punts voor de titel bij een A1-posterformaat; de poster is dan van ongeveer twee meter afstand te lezen. Gebruik in de gehele poster (dus zowel in de tekst als in de figuren) hetzelfde lettertype.
Kolommen
Verdeel je poster in kolommen waardoor de poster makkelijk leesbaar wordt. In het algemeen geldt dat het publiek een voorkeur heeft om een tekst van boven naar beneden en van links naar rechts te lezen. Verdeel de poster niet in rijen (waarbij de lezer van links naar rechts en dan van boven naar onder leest), hierdoor heb je grotere kans dat de lezer eenmaal rechtsboven bij je poster aangekomen, doorloopt naar de poster naast je zonder je gehele poster gelezen te hebben. Probeer zwaartepunten in de kolommen aan te brengen zodat de lezer als het ware geleid wordt naar de belangrijke delen van de poster. Dit kan je doen door de belangrijke onderdelen (bijvoorbeeld resultaten) groter te maken ten opzichte van de minder belangrijke onderdelen (bijvoorbeeld referenties) van de poster.
Kopjes
Maak voor het overzicht gebruik van kopjes. Onder deze kopjes vallen de titel en sectietitels (bijvoorbeeld inleiding, materiaal en methode, resultaten en conclusie).
Kleuren
Gebruik een lichte achtergrondkleur en een donkere kleur voor de tekst en zorg voor voldoende contrast (lichte letters met donkere achtergrond zijn vermoeiend om te lezen). Gebruik niet teveel kleuren, dit leidt af; twee tot drie kleuren zijn voldoende. Als je meerdere kleuren gebruikt, gebruik ze dan consistent; anders zijn de lezers drukker bezig met het patroon te herkennen dan met het lezen van je poster.
Opbouw wetenschappelijke poster
Een wetenschappelijke poster volgt net als andere wetenschappelijke verslagen een vaste structuur. Wanneer de poster wetenschappelijk onderzoek dat verricht is presenteert ligt de IMRaD-structuur voor de hand. Op een poster wordt inhoud beknopter weergegeven dan in wetenschappelijke verslagen. De tekst op de poster hoeft daarom niet per definitie een vloeiend verhaal te zijn, maar je kunt gebruik maken van korte, kernachtige zinnen, eventueel puntsgewijs.
Titel en namen van de auteurs
De titel van een poster is belangrijk, hiermee trek je de aandacht van je publiek. Houd de titel kort en bondig (<15 woorden) en zorg dat deze aansluit bij de inhoud van je poster. Vaak is het verstandig om de belangrijkste conclusie als titel te gebruiken. Onder de titel komen de namen van de auteurs van de poster te staan.
Inleiding
In de inleiding geef je kort en bondig het probleemgebied weer. Leg in een aantal zinnen uit binnen welke wetenschappelijke context jouw poster gepresenteerd wordt en waarom de inhoud van jouw poster interessant is. Maak gebruik van relevante theorie en bevindingen uit eerder onderzoek. Door tussenkopjes zoals onderzoeksvraag en hypothese te gebruiken wordt de inleiding overzichtelijk en kan het publiek zich snel oriënteren.
Materiaal en Methode
Geef in dit deel kort aan op welke wijze je het onderzoek hebt uitgevoerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de techniek of methode die je gebruikt hebt. Vermijd hierbij details. Deze kun je geven indien daarom gevraagd wordt.
Resultaten
De belangrijkste resultaten worden objectief gepresenteerd in figuren en eventueel tabellen. In de tekst worden de getallen die in de figuren of tabellen staan niet gedupliceerd maar wordt in globale termen gesproken over de data. Hierbij is het belangrijk dat de tekst onafhankelijk van de figuren en tabellen te volgen moet zijn.
Figuren zijn het belangrijkste onderdeel van de resultatensectie in de poster omdat ze de resultaten overzichtelijk (zouden moeten) weergeven. Een simpele overzichtelijke tabel kan ook gebruikt worden om de data te presenteren.
Conclusie
Bij de wetenschappelijke verslaglegging bestaat de discussie uit verschillende onderdelen. Bij een poster is de discussie echter beperkt tot één of meerdere conclusies. Dit is het onderdeel waar het ervaren publiek meestal begint met het lezen van je poster. Dit moet het sterkste deel van je poster zijn waarin de belangrijkste resultaten zijn samengevat in conclusies. Eindig met de belangrijkste boodschap die aansluit op de onderzoeksvraag. Houd ook hier de tekst bondig (<100 woorden).
Referentielijst
Vermeld de gebruikte bronnen. Dat kan in een kleiner lettertype dan de rest van de poster.
Het presenteren van de poster
Het presenteren van de poster vindt plaats in een zogeheten postersessie. Hierin worden over het algemeen alle posters tegelijk gepresenteerd, waarbij het publiek rondloopt van poster naar poster.
Zorg naast de goede vormgeving ook er voor dat de poster recht en op ooghoogte hangt. De poster is de aandachttrekker en vertelt als het goed is zonder toelichting duidelijk het eigen verhaal. Maar voor de mensen bij wie de interesse is gewekt en die wat meer willen weten of vragen hebben, is het nodig dat een poster actief wordt gepresenteerd door de presentator.
Gebruik bij de presentatie de poster als een visueel hulpmiddel en lees de poster niet voor. Focus op de belangrijkste punten uit je poster, gebruik hiervoor de figuren en leidt het publiek niet door elk detail. Noem in ieder geval het volgende:
- de context van het onderzoek en eventueel de relevantie (inleiding)
- het doel van je experiment (inleiding)
- wat je hebt gedaan (materiaal en methode)
- belangrijkste resultaat (resultaten)
- conclusie (conclusie)
Ga daarnaast op vragen van je publiek in. Net zo als een gewone presentatie is een posterpresentatie een uitstekende manier om feedback op je werk te krijgen.
De Pecha Kucha presentatie
Bron: Pecha Kucha (z.d.). Geraadpleegd op 23 november 2017 van
https://maken.wikiwijs.nl/113783/Pecha_Kucha#!page-3825857
Wat is een Pecha Kucha?
Pecha Kucha is Japans voor chit chat, oftewel prietpraat. Een Pecha Kucha is een presentatie die bestaat uit 20 slides. Voor iedere slide heb je 20 seconden de tijd om te presenteren, dus je verhaal duurt in totaal 6 minuten en 40 seconden. Dit zorgt ervoor dat je kort en bondig je kennis leert delen.
Hoe maak je een Pecha Kucha?
- Denk kritisch na over het onderwerp en de boodschap van jouw presentatie.
- Ga op zoek naar informatie die je wilt vertellen in je presentatie. Check je bronnen op betrouwbaarheid!
- Verdeel je informatie over 20 slides.
- Zorg voor een duidelijke opbouw en structuur in je verhaal.
- Zorg ervoor dat je tijdens de eerste slide kan uitleggen waar de presentatie over gaat en probeer in je verhaal en slide de aandacht te trekken van je publiek.
- Plaats weinig tot geen tekst in je slides: 20 seconden is te kort voor je publiek om de tekst te lezen en tegelijkertijd naar jouw verhaal te luisteren.
- Zoek bij je verhaal naar passende afbeeldingen om te laten zien in je slides. Gebruik de afbeeldingen dus als ondersteuning van je verhaal en niet als leidraad!
- Zorg ervoor dat iedere slide na 20 seconden automatisch doorgaat naar de volgende slide.
- Zorg dat je verhaal per slide 20 seconden duurt, in totaal duurt je verhaal dus 6 minuten en 40 seconden (20 x 20).
- Let erop dat je verhaal een goede samenhang heeft en dat de inhoud van je slides hierbij aansluiten.
- Oefen je presentatie een paar keer zodat deze vloeiend verloopt.
- Presenteer je Pecha Kucha in de klas.
Je kunt ook onderstaande video kijken voor tips hoe zo'n presentatie te maken:
Alternatief: In plaats van bij elke slide een verhaal te vertellen, mag je er ook voor kiezen om een blokje van 20 seconden te gebruiken voor het laten horen van muziek, het afspelen van een filmpje, het doen van een dansje of iets anders. Dit zorgt voor meer afwisseling. Zorg er wel voor dat dit deel dan samenhangt met de rest van je verhaal.
Presentatie met behulp van een (animatie)filmpje
Duur van het filmpje: minimaal 4 minuten - maximaal 6 minuten
Leerlingen van Gymnasium Beekvliet kunnen op school werken met het Adobe Creative Cloud pakket. In dit pakket zitten alle programma's waarmee leerlingen alle creatieve mogelijkheden hebben om digitaal aan de slag te kunnen. Denk aan foto's bewerken en het maken van animaties, film, illustraties en websites.
Onderstaande link laat je kort alle mogelijkheden van Adobe Creative Cloud zien.
https://helpx.adobe.com/creative-cloud/how-to/creative-cloud-overview.html
Rubric presentatie
In de hieronder te downloaden rubric kun je jullie presentatie vergelijken met de opgestelde normen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb